Statement - Organigram en ziekenhuisapotheek

De BVZA stelt dat dat de hoofdapotheker dient te wegen op beslissingen die genomen worden op directieniveau om één van de kernactiviteiten van de therapeutische zorg te kunnen opnemen met name de geneesmiddelentherapie.

De apotheker-diensthoofd zal daarom bij voorkeur lid zijn van de directie van het ziekenhuis.

Het beheer en de leiding van de ziekenhuisapotheek dient volgens de BVZA, de facto door een ziekenhuisapotheker opgenomen te worden. De apotheker-titularis is eindverantwoordelijke en aansprakelijk voor de ziekenhuisapotheek (1). De apotheker-titularis is daarom bij voorkeur het hoofd van de ziekenhuisapotheek.

Ziekenhuisapothekers zijn beoefenaars van de geneeskunst (2) en een aantal taken zijn heel uitdrukkelijk omschreven als taken van de ziekenhuisapotheker (3). 

De ziekenhuisapotheek beschikt over meerdere ziekenhuisapothekers en moet volgens de volgende structuur worden ingedeeld :

  • Apotheker-diensthoofd of hoofdapotheker
  • Ziekenhuisapotheker, adjunct-hoofdapotheker/afdelingshoofd
  • Ziekenhuisapotheker-expert
  • Ziekenhuisapotheker

De BVZA herinnert met dit statement aan de wet van 20 december 1990 die de ziekenhuiswet heeft gewijzigd en waardoor de samenwerking van de directeur met de ziekenhuisapotheker op dezelfde hoogte wordt geplaatst als de samenwerking die hij of zij heeft met de hoofdgeneesheer en met het hoofd van het verpleegkundig departement.

PUBLICATIEDATUM

18/10/2018

AUTEUR

BVZA

REFERENTIES

  1. Art.2 van het KB van 19/10/1978
  2. Artsenijbereidkunde volgens Wet gezondheidszorgberoepen artikel 6 §1 en 2
  3. KB van 4 maart 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een ziekenhuisapotheek moet voldoen om te worden erkend, BS 23 maart 1991

PDF-versie